Leginstructie vloeren

PVC click (laminaat staat verderop deze pagina)

Om optimaal van uw vloer te kunnen genieten dient deze conform instructies te worden geïnstalleerd.

Installatievoorwaarden

Om PVC click correct te installeren zijn een aantal installatievoorwaarden van toepassing.

  • ✓  Voor installatie dient het PVC minimaal 48uur in gesloten verpakking, horizontaal te acclimatiseren.
  • ✓  Houdt de omgeving- en vloertemperatuur in de gaten. De omgevingstemperatuur dient tussen de 18°C en 25°C te zijn. De basisvloer mag niet warmer worden dan 27°C.
  • ✓  De relatieve luchtvochtigheid in de ruimte mag niet lager zijn dan 45% en niet hoger worden dan 65%.
  • ✓  Controleer bij daglicht het PVC op eventuele optische gebreken. Na plaatsing geldt garantie enkel op verborgen gebreken.
  • ✓  Controleer (indien van toepassing) voor installatie of uw vloerverwarming correct is ingesteld.
  • ✓  Meet voor plaatsing het vochtgehalte in uw vloer (zie kopje Basis- en ondervloer).

Voorbereiding

Gereedschap

  • Duimstok en/of rolmaat
  • Smetlijn
  • Afstandshouders
  • Rubber hamer
  • De basis- en ondervloer
  • Winkelhaak
  • Potlood
  • PVC snijder of mes

De Basis- en ondervloer

PVC click dient op een schone, droge, volledig vlakke en drukvaste basis te worden geïnstalleerd. Voldoet de constructievloer niet aan deze eisen kan geen PVC worden geïnstalleerd. Controleer voor plaatsing de basisvloer op oneffenheden. Een vlakke ondergrond heeft geen oneffenheden groter dan 2 millimeter over een afstand van 1 meter. Oneffenheden moeten worden uitgevlakt middels een ondervloer. Zorg dat de ondervloer altijd bij de muren tot plinthoogte is aangebracht en dicht overlappende delen af met tape. Gebruik, wanneer er geen dampfolie in de ondervloer is aangebracht altijd onder de ondervloer een dampfolie van 150mu dikte.

Betonnen constructievloer
Een betonnen constructievloer mag maximaal 2% vocht bevatten. Wanneer er sprake is van een nieuwe betonnen vloer dient deze eerst voldoende droog te zijn. Meet vooraf plaatsing altijd met een vochtmeter of de vloer aan de eisen voldoet. Verder is het aan te bevelen om grote oneffenheden en scheuren op te vullen.

Houten constructievloer
Zowel een planken- als platen constructievloer dient volledig vast te zitten aan de draagbalken. Maak losliggende planken en platen vast middels schroeven. Controleer verder de constructievloer op eventuele vocht en schimmelsporen.

Vochtgehalte per constructievloer

  • Zand/cement < 2,5 %
  • Anhydriet 0,3 % à 0,5 %
  • Magnesiet < 0,3 %
  • Koud bitumen < 2%

Vloerverwarming

Wanneer u de ruimte verwarmt middels vloerverwarming zijn er een aantal stappen welke u voor installatie dient te doorlopen. Kijkt u hiervoor in de bijlage: Vloerverwarming.

Controleren van het PVC
Het PVC wordt voor het verlaten van de fabriek aan een zorgvuldige controle onderworpen waardoor een hoge kwaliteitsstandaard kan worden gegarandeerd. Echter kunnen wij het 100% uitsluiten van gebreken niet waarborgen. Controleer daarom altijd voor de verwerking het materiaal op zichtbare gebreken. Garantie wordt na installatie enkel verleend op verborgen gebreken.

✓  Beoordeel alle panelen in optimale lichtomstandigheden (daglicht). Panelen met zichtbare gebreken mogen niet worden geplaatst.

✓  Iedere afzonderlijke ruimte dient te worden voorzien van een dilatatievoeg. Het niet toepassen van dilatatievoegen kan nadelige gevolgen hebben voor uw vloer.

✓  Plaats voor een mooi visueel effect de panelen bij voorkeur in de richting van de langste muur en parallel met de lichtinval.

Acclimatiseren
Om het materiaal de mogelijkheid te geven zich te ontspannen dient het minimaal 48 uur in gesloten verpakking te acclimatiseren in de te verwerken ruimte. Het materiaal dient op een vlakke ondergrond te liggen. Wanneer PVC niet is geacclimatiseerd kan dit problemen geven bij het verwerken.

Installatie

Installatie vochtscherm & ondervloer
Indien de ondervloer bestaat uit vezelplaat dient er een vochtscherm geplaatst te worden. Begin met het plaatsen van een vochtscherm. Plaats vervolgens de ondervloer op het vochtscherm en zorg hierbij dat het vochtscherm bij de muren omhoog staat zodat een kommetje wordt gevormd.
In alle andere gevallen is een vochtscherm niet nodig. Begin dan meteen met het plaatsen van de ondervloer.

Installatie PVC click
PVC click kan strak tegen de wand geplaatst worden. Daar niet alle wanden recht zijn adviseren wij een expansieruimte van 0,5cm. Gebruik hiervoor bij de eerste rij afstandshouders. Leg de vloer altijd van links naar rechts. Leg het eerste deel met de mes/veerzijde tegen de afstandshouders aan. Het volgende deel klikt u onder een hoek van 45 graden aan de kopse zijde in het kliksysteem. Eventueel de vloer bij kopse verbindingen licht na kloppen met een rubber hamer. Werk vervolgens de eerste rij af.

Leg om rijen toe te voegen de stroken simpelweg in de lengtegroef van de voorgaande rij die al gelegd is met de kopse zijdes al gemonteerd en wentel deze in elkaar onder een hoek van circa 30 graden. Het kan handig zijn om met enkele passtukjes de kopse verbindingen tijdens deze procedure gesloten te houden. Indien u geen volledig paneel meer kunt plaatsen dan draait u het laatste paneel 180 graden met het patroon naar boven gericht. Vervolgens tekent u met het potlood de juiste snijlijn af (houdt rekening met voldoende expansieruimte tussen de muur en het paneel). Snij het afgetekende deel af en plaats dit deel op dezelfde wijze als de rest van de rij. Na het leggen van de eerste 3 rijen van de vloer dient u met een waterpas te bepalen of uw vloer haaks ligt. In het geval van bijvoorbeeld scheve muren kan het voorkomen dat u bij het leggen correcties gaat toepassen in de vloer zelf. Dit kan naden tot gevolg hebben, die naarmate het werk vordert steeds groter zullen worden. Zorg ervoor dat de eerste 3 rijen naadloos en recht liggen.

Hiermee verkrijgt u het beste resultaat. Bij de laatste rij in de ruimte draait u in het geval niet het gehele paneel past, het paneel 180 graden met de zichtzijde naar boven. Vervolgens tekent u in de lengte richting af welk stuk u nog kunt plaatsen. Houdt rekening met de noodzakelijke expansieruimte tussen de muur en het paneel. Als u met het mes door de slijtlaag heen snijdt, kunt u het paneel op een eenvoudige wijze breken en vervolgens plaatsen.

Afwerking
Als u de vloer helemaal heeft gelegd kunt u beginnen met de afwerking. Snijd het overtollig vochtscherm (wat bij de muren omhoog staat) net boven de ondervloer weg. Werk de expansieruimte nu af met plinten. Indien u plakplinten gebruikt dan is het raadzaam om het PVC, op de plekken waar de plakplinten
komen, schoon te maken, eventueel met wat acceton. Hiermee haalt u het vuil, vet en stof van de vloer waardoor de plakplinten goed plakken.

Bijlage: Vloerverwarming opstart- en afkoelprotocol

Dit protocol is ontwikkeld voor warmwatervloerverwarming en dient te worden uitgevoerd voordat de afwerkvloer (laminaat, pvc, parket, enz.) wordt geïnstalleerd.

Belang van een opstart en afkoelprotocol
In dekvloeren waarin vloerverwarming is opgenomen, kan scheurvorming ontstaan door thermische lengteveranderingen. Om dat risico zoveel mogelijk te beperken, is het noodzakelijk de vloerverwarming langzaam en met regelmaat op temperatuur te brengen. Het is raadzaam daarvoor onderstaand opstook- en afkoelprotocol te hanteren.

Een opstook- en afkoelprotocol voor vloerverwarming gaat uit van de watertemperatuur van de verwarmingsinstallatie en niet van een eventuele thermostaattemperatuur in de betreffende ruimte. Het is verstandig om het proces voort te zetten tot het water een temperatuur heeft bereikt van ten hoogste 40 °C. Algemeen geldt dat het water niet warmer dan maximaal 40 °C mag worden. Installatiebedrijven geven nogal eens 55 °C als maximum temperatuur aan. Dit levert echter een aanzienlijk verhoogd risico op scheuren en op onthechting op. Als het niet perse noodzakelijk is om 55 °C aan te houden, dan verdient het aanbeveling het opstookprotocol op 40 °C af te stemmen. Ga zeker niet hoger dan 55 °C. De schadekans stijgt namelijk enorm! Ook is het van belang dat de dekvloer ongeveer op eindsterkte is. Dit maakt dat cementgebonden dekvloeren bij voorkeur niet binnen 28 dagen worden opgewarmd. Voor calciumsulfaatgebonden dekvloeren kan dit desnoods, afhankelijk van de mortelkwaliteit, wel iets eerder gebeuren. Calciumsulfaat heeft namelijk een hogere interne buigtreksterkte.

Hoeveel eerder is niet goed aan te geven en is geheel afhankelijk van de omstandigheden waaronder de vloer is gedroogd. Als vuistregel kan worden aangehouden dat de calciumsulfaatvloer niet meer dan 3 gewichts- procenten vocht mag bevatten. Dit moet met een calcium carbid meter worden bepaald.

Het opstook- en afkoelprotocol toepassen
(Uitgaande van 15 °C omgevingstemperatuur)

  • Start met een watertemperatuur die 5 °C hoger is dan de omgevingstemperatuur van de betreffende ruimte. De watertemperatuur moet worden afgelezen op de verwarmingsinstallatie.
  • Verhoog de watertemperatuur iedere 24 uur (of langer) met 5 °C, net zolang tot de praktisch maximale watertemperatuur van 40 °C is bereikt (zie opmerkingen hiervoor).
  • Houd de maximum watertemperatuur minimaal 24 uur stabiel op 40 °C.
  • Verlaag daarna de watertemperatuur iedere 24 uur met 5 °C, net zolang tot de starttemperatuur weer is bereikt. Steeds vaker komt het voor dat een vloerverwarmingssysteem ook kan koelen. Bij een dergelijk systeem is het belangrijk (zeker ’s zomers bij hoge temperaturen) dat de afkoelcyclus wordt doorgezet totdat de minimale temperatuur op de verwarmings- en koelunit 15 °C bedraagt.
  • Wanneer er voldoende tijd beschikbare is, herhaal deze cyclus dan meerdere malen.
  • Het is verstandig om dit opstook/afkoelprotocol aan de eindgebruiker/consument te verstrekken ten behoeve van normaal gebruik na de oplevering. Het opstook- en afkoel protocol moet namelijk ook na langdurige stilstand van de vloerverwarming worden gevolgd.

PAS OP

Plaats op de vloer, waar het opstook- en afkoelprotocol in gang wordt gezet, een thermometer, zodat de oppervlaktetemperatuur van de vloer nauwgezet in de gaten gehouden kan worden. Indien het oppervlak van de dekvloer een temperatuur van 27 °C heeft bereikt, dient de watertemperatuur NIET verder te worden verhoogd en moet direct de afkoelcyclus worden ingezet.

Opstookprotocol (watertemperatuur)
Dag 1:20°C
Dag 2:25°C
Dag 3:30°C
Dag 4:35°C
Dag 5:40°C
Dag 6:40°C

Afkoelprotocol (watertemperatuur)
Dag 7: 35 °C
Dag 8: 30 °C
Dag 9: 25 °C
Dag 10: 20 °C
Dag 11: herhalen of beëindigen
Bij voorkeur procedure opnieuw opstarten. 

Alle rechten voorbehouden.

LEGINSTRUCTIES LAMINAAT

VOORBEREIDING

Leg de pakken ongeopend in de te leggen ruimte. Zorg er voor dat de pakken horizontaal, middenin de ruimte vrij liggen van obstakels. Laat de vloer minimaal 48 uur bij een normale kamer- temperatuur acclimatiseren. De ideale omstandigheden zijn 17-20°C met een relatieve luchtvochtigheid tussen 50-60%.

BETONNEN CONSTRUCTIEVLOER:

Een pas gestorte cementdekvloer dient voor installatie van de laminaatvloer voldoende droog te zijn. De droogtijd van een cementdekvloer duurt ca. 2 week per centimeter dikte, waar- bij de eerste centimeter binnen een week droog is. Zorg bij het drogen van de cementdekvloer voor voldoende ventilatie in de ruimte. Bij een cementdekvloer van 5 centimeter dient u rekening te houden met ten minste 9 weken droogtijd. Het vochtgehal- te moet minder dan 2,0% zijn bij cementdekvloer en 0,5% bij een anhydrietvloer. Het vochtgehalte is te meten met een CM meter, indien u hier niet over beschikt raadpleeg dan uw vloeren leverancier. Weet u niet of u een cementdek- of anhydrietvloer beschikt, informeer dan bij uw aannemer.

HOUTEN CONSTRUCTIEVLOER:

Zowel een planken constructievloer als een platen constructie- vloer (bijvoorbeeld OSB of Underlayment), dient volledig vast te zitten aan de draagbalken. Maak losliggende planken of platen opnieuw vast aan de draag- balken door middel van schroeven. Controleer voor installatie of er geen sporen van schimmel- en/of insectenaantastingen aan- wezig zijn in/of onder de constructievloer. Alle constructievloeren dienen, schoon, droog, vlak en drukvast te zijn en in de toekomst te blijven. Indien dit niet het geval is kunt u geen laminaatvloer installeren!

Een vlakke ondergrond heeft geen oneffenheden van meer dan 2mm over een lengte van 1 meter. U kan de vlakheid van de constructievloer meten door een rechte lat van 1 meter plat op de vloer te leggen. Indien de vloer niet aan de eis voldoet zal de constructievloer moeten worden uitgevlakt.

Indien er sprake is van een vloerverwarming, dan gelden hier- voor de bijkomende richtlijnen om garantie op uw laminaatvloer te behouden.

  1. Er kan geen laminaat worden geplaatst op een vloerverwarming die door middel van elektriciteit wordt verwarmd.
  2. Bij vloerverwarming, welke wordt verwarmd door water, dienen de leidingen minimaal 30mm onder de cement- dekvloer / anhydrietvloer te liggen.
  3. De dekvloer dient voldoende droog te zijn voordat de laminaatvloer wordt geïnstalleerd. Bij een cementdekvloer mag het vochtpercentage niet hoger zijn dan 2.0% en bij een anhydrietvloer mag dit niet hoger zijn dan 0,5%.
  4. De bovenzijde van de cementdekvloer mag nooit warmer worden dan 27° Celsius, is dit wel het geval, zorg er dan voor dat de temperatuur van het leidingwater naar ben- eden wordt bijgesteld tot het gewenst resultaat is bereikt.
  5. Is er sprake van een systeem met vloerkoeling, dan dient deze te zijn voorzien van een condensbeveiliger.

VOORBEREIDING VLOERVERWARMING

  1. Schakel de vloerverwarming 2 dagen voor aanvang van installatie volledig uit, Let op: de kamertemperatuur mag bij installatie niet onder de 17° Celsius komen.

STOOKPROTOCOL
1. U mag de vloerverwarming 24uur na het leggen van de laminaatvloer inschakelen.
1.1. De eerste dag dat u de vloerverwarming inschakelt dient u een leidingtemperatuur van 20° Celsius in te stellen (dit is de instroomtemperatuur van het water in de leidingen). Na 24uur mag u de leidingtemperatuur met 4° Celsius verhogen. Herhaal dit elke 24uur tot de temperatuur van 44° Celsius is bereikt. Let op de temperatuur van de dekvloer mag aan de bovenzijde niet warmer worden dan 27° Celsius (controleer vooraf bij welke leidingtemperatuur u dit bereikt).
1.2. Laat de vloerverwarming gedurende 48uur op het maximum staan.
2. Voor de laminaatvloer is het beter om temperatuur schommelingen te voorkomen, laat daarom gedurende het stookseizoen de verwarming op een vaste (behaaglijke) temperatuur staan.
3. Zodra u de vloerverwarming wilt uitschakelen dient u de omgekeerde volgorde van punt 1 te hanteren.

Belangrijk: vloerverwarmingssystemen die voor 1990 geïn- stalleerd zijn, kunnen over het algemeen niet op temperatuur worden ingesteld en geven hierdoor vaak teveel warmte af! Deze systemen zijn dan ook niet geschikt om laminaat op te plaatsen.

GARANTIE

Indien er sprake is van vloerverwarming dient voor behoud van garantie op het laminaat aan bovenstaande voorwaarden te worden voldaan.

INSTALLATIE

Controleer vooraf of de constructievloer schoon, droog, vlak en drukvast is. Weet u niet wat hiermee wordt bedoeld, leest u dan eerst het hoofdstuk voorbereiding van deze instructie.

U heeft voor het plaatsen van ondervloer en laminaat de volgende gereedschappen nodig:

  • Laminaat installatieset (het aanslagblokje heeft u niet nodig!)
  • Handzaag of decoupeerzaag 
  • Potlood
  • Rolmaat of duimstok
  • Winkelhaak
  • Stanleymes 
  • Afplaktape

INSTALLATIE VOCHTSCHERM & ONDERVLOER:

Begin met het plaatsen van het vochtscherm. Bij een houten constructievloer dient u eerst te kijken of de kruipruimte goed is geventileerd. U laat alleen vochtscherm achterwege als er geen ventilatiemogelijkheden zijn.

Plaats vervolgens de ondervloer op het vochtscherm en zorg hierbij dat het vochtscherm bij de muren omhoog staat zodat een kommetje wordt gevormd. De ondervloer mag maximaal 3mm dik zijn. Indien de ruimte een dikkere ondervloer vereist, bijvoorbeeld een platen ondervloer, gebruikt u dan de Ambiant Greenpack of Ambiant Brownpack. Deze ondervloeren voldoen aan de druksterkte eis van 150 KPA welk nodig is bij een onder- vloer dikker dan 3mm.

INSTALLATIE LAMINAAT:

Controleer voor u begint de volgende punten:

  • Beoordeelt u alle planken in optimale lichtomstandigheden (daglicht). Panelen met zichtbare gebreken mogen niet worden geplaatst. 
  • Indien uw ruimte langer of breder is dan 10 meter, dient u rekening te houden met extra uitzettingsvoegen.
  • Let er bij het leggen op dat de panelen voldoende worden gemengd, zodat er niet te veel identieke, lichtere of donkere panelen bij elkaar liggen.
  • Plaats voor een mooi visueel effect de panelen bij voorkeur in de richting van de langste muur en parallel met de lichtinval. De laminaatvloer dient i.v.m. expansieruimte minimaal 1 cm vanaf de wand te worden geplaatst. Gebruik hiervoor bij de eerste rij de afstandshouders uit de installatieset.
  • Leg het eerste deel tegen de afstandshouders aan. Het volgen- de deel schuift aan de kopse zijde horizontaal in het kliksysteem en werk zo de eerste rij af. De gehele eerste rij wordt in elkaar geschoven en niet geklikt.

Start nu met het leggen van de tweede rij. Gebruik voor de tweede een helft van een nieuw paneel of het snijverlies uit de eerste rij. Let hierbij wel op dat bij gebruik van het snijverlies deze minimaal 40 cm lang is. Plaats een afstandshouder aan kopse zijde tegen de muur. Zet het paneel met de lange kant schuin in de klikverbinding van de eerste rij, vervolgens schuift u deze voorzichtig tegen de afstandshouder aan en legt u het paneel vlak op de ondervloer. Pak een nieuw paneel en zet deze weer met de lange kant schuin in de klikverbinding van de eerste rij, schuif deze nu voorzichtig naar de kopse kant van het reeds geplaatste paneel en leg het paneel vlak op de ondervloer. Druk nu de klikverbinding aan de kopse zijde met de duim aan tot u een lichte klik hoort, het paneel zit nu vast aan het eerste paneel. Maak de gehele rij op dezelfde wijze af. Let hierbij op dat alles recht wordt geplaatst en de panelen aan kopse zijde recht in elkaar grijpen. Zorg er steeds voor dat bij elke nieuwe rij een ver- springing van minimaal 40cm wordt aangehouden ten opzichte van de vorige rij.

Controleer na drie rijen of alles recht in elkaar zit en of de vloer niet in een boog loopt. Het beste kan dit worden gecontroleerd middels het spannen van een draad. Mocht de vloer geheel recht liggen kunt u verder gaan met het plaatsen van de panelen.Bij obstakels, zoals leidingen en kozijnen dient er voldoende expansieruimte te worden toegepast. Houdt een afstand aan van minimaal 1cm. Deuropeningen en/of overbruggingen naar andere ruimten dienen te worden voorzien van een dilatatiepro- fiel. Bij de laatste rij is het belangrijk dat de vloer niet te dicht bij de muur komt te liggen. Houdt hierbij een expansieruimte van 1cm aan. Een afstandshouder kan hierbij helpen om de afstand te bepalen.

AFWERKING:

Als u de vloer helemaal heeft gelegd kunt u beginnen met de afwerking. Snijd het overtollig vochtscherm (wat bij de muren omhoog staat) net boven de ondervloer weg. Werk de laminaat- vloer nu af met plinten. Indien u plakplinten gebruikt dan is het raadzaam om het laminaat, alleen op de plekken waar de plak- plinten komen, schoon te maken met wasbenzine of aceton. Hiermee haalt u het vuil en stof van de vloer waardoor de plak- plinten goed plakken.

ONDERHOUD REINIGING

Laminaat kunt u het beste droog onderhouden middels een vezeldoek en/of stofzuigen. Indien noodzakelijk kunt u de vloer licht vochtig, middels uitgewrongen doek reinigen. Gebruik hierbij niet teveel water. Teveel vocht kan in de voegen terecht komen waardoor zwelnaden kunnen ontstaan. Verwijder teveel vocht middels een droge doek. Laminaat mag niet met een stoomreiniger worden gereinigd.

Wanneer u gebruik wilt maken van een reiniger adviseren wij gebruik te maken van Ambiant Intensiefreiniger. Dweil de vloer, middels een uitgewrongen doek na om eventueel achtergeble- ven schoonmaak residu te verwijderen. Het gebruik van andere middelen kan schade toebrengen aan uw vloer. Reduceer vuil en zand door het gebruik van een degelijke Ambiant schoonloop- mat bij de voor- en achterdeur.

MEUBILAIR

Meubilair dient voorzien te zijn van bescherming. Wij advise- ren gebruik te maken van de producten van Scratch No More. Controleer met regelmaat of de bescherming nog voldoende aanwezig is. Versleten bescherming kan uw vloer beschadigen. Pak daarnaast meubilair bij het verplaatsen op en schuif er niet mee. Wanneer er sprake is van wielen onder meubilair dient deze te zijn voorzien van zachte wielen Type W (EN 12590). Ook hiervoor biedt Scratch No More uitkomst.

Alle rechten voorbehouden.

Vloerenfabriek
Contact
Kunnen wij je helpen?

Heb je een mooie vloer gevonden of wil je eerst nog meer informatie? Wij helpen je graag verder in onze showroom in Genemuiden. Daar vind je ook vele stalen, demoborden en gelegde vloeren. Bellen of whatsappen kan natuurlijk ook!

Bezoek de showroom Spoelstraat 9a
8281 JT Genemuiden
Plan je route »
Bel direct of WhatsApp 06 - 24 98 99 57
Volg ons